Opdracht 2 , vraag 1:
De verdachte hebben rechten , omdat het een norm is in de staat van Nederland zoals het recht op privacy.
De verdachten moeten wel rechten hebben om hun eigen te mogen verdedigen , omdat het niet zo mag zijn dat als ze iemand verdenken dat ze hem meteen straffen want dat zou niet eerlijk zijn. Anders krijg je het geval dat andere mensen iemand aanklagen om iets wat ze bijvoorbeeld niet gedaan hebben. Als ze dus geen recht hebben om hun eigen te verdedigen kunnen ze meteen worden gestraft zonder een eigen verklaring af te leggen.
De verdachte heeft ook recht op een advocaat het is alleen geen plicht.
Vraag 2:
De verdachte in zaak 1 geef ik de volgende rechten: 1 , 2 , 4 , 5 , 6
De verdachte in zaak 2 geef ik de volgende rechten: 1 , 2 , 3 , 4 , 8 , 7 , 8 , 18 , 20
De verdachte in zaak 3 geef ik de volgende rechten: geen
Vraag 3: Ik heb onderscheid gemaakt tussen de situaties waarin de zaken zich bevinden, zoals Joran van der sloot geef ik geen rechten omdat het al de 2e keer is dat hij iets ergs heeft gedaan en als je kijkt naar zaak 2 is dat het een kwa jongens streek is wat uit de hand is gelopen geef ik meer rechten als dat van zaak 3.
Ook geef ik zaak 2 toch weer meer rechten dan dat van zaak 1 , want dat is een moord op voorbedachte raden wat ik erger vind als een uit de hand gelopen kwa jongens streek.